Café en zaal Stevens - Het Witte Paard - aan de Markt in Belfeld

door Wim van Diepen

In 1859 bouwt Cornelis Stevens, kleermaker en herbergier, een woning op een perceel aan de Markt in Belfeld. Het adres van dat huis was: Kom 13. Tegenwoordig is dat Markt 5. Daarvoor had Stevens al een café, maar ik heb niet kunnen achterhalen waar dat precies stond.

Cornelis Stevens was op 4 november 1821 geboren  in Baarlo. Hij was een zoon van Johannes Stevens en Theodora van Dijk. Hij trouwde op 22  april 1850 in Tegelen met Hendrina Hermkens. Aanvankelijk woonden zij in Tegelen, maar in 1858 trokken ze naar Belfeld. Zij kregen 3 kinderen waarvan er twee al heel jong overleden. In 1859 stierf ook echtgenote Hendrina. Ze was pas 37 jaar. Cornelis bleef als weduwnaar achter met zijn zoon Hermanus Hubertus. Kennelijk verdiende hij niet genoeg als kleermaker, want hij was intussen tevens met een herberg begonnen. Cornelis trouwde in 1860 opnieuw, nu met Theodora Houben. Uit dit huwelijk werd nog één kind geboren: Hendrina Petronella (1861-1935).

Een bijzonderheid is het feit, dat Stevens in 1863 grond moest afstaan aan de staat, in verband met de aanleg van de spoorlijn tussen Roermond en Venlo. Deze spoorlijn liep in feite door zijn achtertuin. De weg die langs de westgevel van zijn huis naar de Bolenberg liep werd afgesloten. Daarvoor in de plaats kwam het viaduct “D’n Baog” en de Stationsstraat. Vanaf 1867 treffen we geregeld berichten in de krant waarin de herberg van Cornelis Stevens wordt vermeld. Doorgaans gaat het dan om verkopen van onroerend goed, geleid door een notaris. In de eerste advertentie die we vinden (26-10-1867)  staat nog gewoon “ter herberge van Cornelis Stevens”. In Geloo is echter ook een herberg Stevens en daarom wordt er voortaan meestal vermeld: “ter herberge van Stevens in het dorp”. Op 15 augustus 1872 is er een bijzondere bijeenkomst  in het café van Cornelis Stevens. Het bedrijf “Phoenix” uit het Duitse Duisburg-Ruhrort informeert de Belfeldse gemeenteraad over het feit dat men ijzeroer wil gaan winnen in het Meelderbroek. Dat is ook inderdaad gebeurd in 1873 en 1874. Maar daarna stopten de Duitsers ermee omdat het kennelijk toch niet genoeg opleverde.

Links vooraan het vroegere café Stevens, een tekening van Bart Leurs.

 

Als Cornelis in 1889 overlijdt is de opvolging geregeld. Zijn zoon Hermanus Hubertus Stevens neemt de zaak over. Hermanus, zoon uit het eerste huwelijk en geboren op 27-02-1854 in Tegelen verdient al jaren de kost als postbode en heeft ook een soort postkantoor aan huis, waar poststukken ter verzending aangeboden kunnen worden.  Op 25 januari 1892 trouwt Hermanus Hubertus Stevens met Anna Maria Menten uit Tegelen. Zij is modiste van beroep. Tussen 1892 en 1906 krijgen zij maar liefst tien kinderen. Daarvan worden er overigens maar twee volwassen(!). Ondanks dit verdriet lukt het de familie Stevens-Menten wel om de zaak verder uit te bouwen.  Zoals de meeste inwoners van Belfeld is ook Stevens nog actief in de agrarische sector en zo lezen wij in 1898 dat uit de stal van de familie Stevens “tien kippen en een daarbij hangende ledige zak” zijn ontvreemd. Op 2 mei 1899 staat gewoon in de krant dat aan het traktement van postbode Stevens te Belfeld 150 gulden wordt toegevoegd. Intussen wordt Hermanus Stevens lid van de Belfeldse Gemeenteraad. Dat blijft hij ruim twaalf jaar. Verder wordt hij ook benoemd tot ambtenaar van de burgerlijk stand. Zijn café blijkt inmiddels over een zaal en een beugelbaan te beschikken. Op 15 oktober 1899 meldt het Venloosch Nieuwsblad dat het zanggezelschap Concordia uit Belfeld daar een Concert met “Comische voordrachten” gaat presenteren. In de jaren daarna is er geregeld een muziekuitvoering door de “zangvereniging” Kunst na Arbeid. (De latere Belfeldse Harmonie). De schutterij Sint Urbanus kan daarbij natuurlijk niet achterblijven en komt met een toneeluitvoering. In 1906 plaatst Stevens een grote dankadvertentie omdat hij uitvoerig is gehuldigd vanwege zijn dertigjarig ambtsjubileum als postbode.

Venloosch Nieuwsblad 05-05-1906

Zoals wij al zagen kende het gezin Stevens-Menten echter ook veel persoonlijke tegenslag en dat eindigde op een wel heel dramatische manier. In september 1911 stierf Hermanus Stevens, hij was toen pas 57 jaar oud en  een jaar later, in december 1912, overleed ook zijn vrouw Anna Menten, 50 jaar oud. Er bleven twee weeskinderen achter: Anna Sofia, 14 jaar, en Maria Johanna 6 jaar.

Dat betekende dus dat de herberg en de bijbehorende zaal niet meer open waren. De voogden van de beide weeskinderen probeerden zo snel mogelijk een koper of pachter te vinden en in februari 1913 komt notaris Vogels uit Reuver dan ook in actie. Korte tijd later presenteert Guillaume Stevens zich als de nieuwe herbergier. De zaak heet vanaf die tijd “Het Witte Paard”. Aanvankelijk huurde hij het pand, maar in 1918 kon hij de zaak kopen voor een bedrag van 7000 gulden.
Stevens “Giel” was op  18 april 1878 geboren in Maasbree, als zoon van de uit Belfeld afkomstige Alphonsus Stevens (1849-1898) en Maria van Bergen uit Maasbree (1852-1919). Hij was in feite familie van de overleden Hermanus Stevens. De grootouders van Hermanus (dat waren Jan Stevens en Theodora van Dijk) waren tevens de overgrootouders van Guillaume. Giel trouwde op 11 april 1904 in Tegelen met Helena Hovens. Op de dag van hun huwelijk was Giel kleermaker en Helena naaister. Zij bleven ongeveer 35 jaar waard en waardin van “Het Witte Paard”. In die periode groeide het bedrijf uit tot de grootste uitgaansgelegenheid van Belfeld en vormde de thuisbasis van heel veel Belfeldse verenigingen. Giel en Helena kregen  negen kinderen en die hadden vrijwel allemaal ondernemersbloed.
Overigens was het zeer noodzakelijk dat de vroegere zaal en herberg van Hermanus Stevens zo snel mogelijk door een nieuwe uitbater werd voortgezet, want de Belfeldse kerk was intussen te klein geworden en het kerkbestuur startte in 1913 met de bouw van een nieuwe kerk. Zaal Stevens zou gedurende de bouw gaan functioneren als noodkerk. Zo maakten Giel en zijn vrouw meteen een goede start met hun bedrijf, want heel wat kerkgangers stapten na de mis meteen over naar de herberg. Toen de nieuwe kerk in 1915 gereed was bleven veel kerkbezoekers toch trouwe klanten van “Het Witte Paard”, want de kerkingang lag maar honderd meter verwijderd van dat café.

In het dorp was overigens inmiddels nog een tweede café met zaal gebouwd. Dat was eigendom van de familie Verdonk - van der Sterren en lag amper honderd meter verder, aan de Rijksweg richting Reuver. Bij veel Belfeldenaren is deze zaak goed bekend onder de latere naam “’t Bergske”. De ondernemers konden kennelijk goed met elkaar opschieten, want geregeld adverteerden zij gezamenlijk, bijvoorbeeld bij de jaarlijkse kermissen  in mei en september. Op een gegeven moment ontstond er wel een probleem. Bij de voorjaarskermis van 1921 brak er namelijk een “dansstaking” uit bij de bezoekers van beide zalen. De mensen waren arm in die tijd en economisch ging het niet best. Voor het dansen moest een entree betaald worden en vervolgens moesten de jongens per dans nog een klein bedrag extra betalen. Dat bedrag werd tijdens de dans opgehaald. Verdonk en Stevens hadden de prijs vastgesteld op 5 cent per dans. De jongelui wilden niet meer dan 3 cent betalen en weigerden naar binnen te gaan. Zij bleven met grote groepen buiten staan joelen. Na een paar uur ging Stevens door de knieën en verlaagde de prijs tot drie cent. Verdonk moest toen wel volgen om nog iets te kunnen verdienen…

Nieuwe Venloosche Courant 04-06-1921

Toen de Belfeldse stuw werd gebouwd (1924-1928) bood het bedrijf onderdak aan zo’n twintig “Hollandse Poldermannen”. Giel Stevens was een echte ondernemer en hij bebouwde na enige tijd het complete terrein aan de zuidkant van de Belfeldse Markt. In die panden kwamen de ondernemingen van slagerij Jacobs-Stevens (oudste dochter), kleermakerij Stevens-Litjens (oudste zoon) en bakkerij Stevens- Wekx en later Stevens-Keunen (twee jongere zonen). Vele Belfeldse verenigingen hadden hier hun thuisbasis en de zaal werd ook zeer geregeld gebruikt voor allerlei voorstellingen en muziekuitvoeringen. Ook dansavonden, uiteraard met een orkest, trokken heel wat bezoekers. Veel Belfeldse ouderen zullen zich herinneren dat Sint Nicolaas hier ieder jaar door het hele dorp werd ontvangen. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg de zaal op een gegeven moment een minder fraaie functie. De Duitsers namen koperen en ijzeren voorwerpen en later ook radio’s in beslag. Die moesten worden ingeleverd in deze zaal en ze werden daar ook opgeslagen totdat ze naar Venlo en vervolgens naar Duitsland vervoerd werden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na de Tweede Wereldoorlog besloot Giel Stevens dat het tijd werd om te stoppen met zijn horecabedrijf. De zaal had in de ruim dertig jaar dat Stevens de kastelein was dienst gedaan als noodkerk, danszaal, vergaderzaal, (film)theater, kosthuis, kazerne en school en was dringend aan een opknapbeurt toe. Een van zijn kinderen, Sjaek bleek bereid om “Het Witte Paard” over te nemen. Bij de najaarskermis van 1948 werd in een grote advertentie aangekondigd dat de zaal geheel vernieuwd en gemoderniseerd was. In 1949 werd ook het café en het bijbehorende woonhuis totaal verbouwd.

Heropening bij herfstkermis 1948: Dagblad voor Noord-Limburg 25-09-1948

De oude Giel Stevens was weliswaar geen kastelein meer, maar zijn beroep als kleermaker oefende hij nog dagelijks uit. Naar schatting heeft hij in zijn leven ongeveer 5000 maatpakken vervaardigd. Op dinsdag 27 april 1954 konden Giel en Helena Stevens-Hovens in goede gezondheid hun gouden huwelijksfeest vieren. Dat gebeurde onder grote belangstelling. In die tijd was een Gouden Bruiloft nog een uitzondering en bovendien was de familie Stevens zeer bekend in het dorp. De buurtvereniging Sint Urbanus had er heel veel werk van gemaakt. Huis en omgeving waren versierd, te voet trok men in een feestelijke stoet naar de kerk en later waren er diverse serenades van de Belfeldse verenigingen en natuurlijk een enorm druk bezochte receptie. Het feest duurde een paar dagen en vond uiteraard plaats in de zaal van “het Witte Paard”, waar zoon Sjaek nu de kastelein was. Daar was woensdag 28 april ook een grote feestavond voor de hele buurtvereniging Sint Urbanus. (Alle inwoners van het gebied ten westen van de spoorlijn).

Sjaek Stevens achter de tap van zijn café

 

We zagen al, dat zoon Sjaek Stevens (1915-1985) de zaak kort na de oorlog overnam. Hij was eigenlijk bakker en woonde vlak naast het café. Samen met zijn vrouw Anneke Wekx (1919-2012) werd hij de nieuwe uitbater. De bakkerij werd  voortgezet door zijn broer Pierre Stevens. Café en zaal waren na de oorlog wel toe aan renovatie en modernisering. In 1948 werd dit grootscheeps aangepakt met vakmensen uit Belfeld en de directe omgeving. De oude Giel Stevens kwam  geregeld kijken en toen hij zag dat tijdens de bouw op allerlei plaatsen stutten werden opgesteld waarschuwde hij zijn zoon Sjaek. “Als dat maar goed gaat, ik ben bang dat de boel vandaag of morgen instort”. Dat gebeurde gelukkig niet en in 1948 werd trots aangekondigd dat de zaak heropend werd. In de daaropvolgende jaren kwam het verenigingsleven weer volop tot bloei en de welvaart nam in snel tempo toe, vooral door de wederopbouw na de oorlogsjaren. Sjaek profiteerde daar natuurlijk ook van. Er was altijd volk in het café, want heel veel  Belfeldse verenigingen hadden er hun clublokaal. In het weekend was er heel vaak dansen in de zaal en Sjaek adverteerde dan altijd trots met het door hemzelf gecontracteerde orkest dat voor de muziek zorgde en ook met de “spiegelgladde dansvloer”. Voor die dansvloer gebruikte hij een zelf gefabriceerd mengsel. Daarin zat zaagsel van beukenhout, bijenwas en terpentine. Dat product werd in de eigen keuken gekookt en vervolgens over de vloer verspreid en uitgewreven.
Op een  gegeven moment kreeg hij een zeer aantrekkelijk bod van de Bavariabrouwerij uit Lieshout. Die wilde alles op korte termijn overnemen en Sjaek accepteerde het aanbod. Hij stopte als kastelein en zoals uit bijgaande advertenties blijkt, heeft Sjaek Stevens het “Witte Paard” in 1955 overgedragen aan Jan Derks en Toos van Otterdijk . Zij waren de eerste huurders van Bavaria, de nieuwe eigenaar.  Daarmee kwam dus een einde aan bijna honderd jaar “Stevens” in het café en de zaal aan de Belfeldse Markt.

 

 

DvNL 28-05-1955. Advertentie voor de kermis op de laatste zondag van mei

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Overdracht aan Jan Derks door Sjaek Stevens (Tegelsche Courant 27-08-1955)

 

 

 

 

 

 

 

 

DvNL 24-09-1955. Advertentie voor de kermis op de laatste zondag van september

 

 

 

 

Wie wil weten hoe het verder liep met dit inmiddels verdwenen horecabedrijf, kan dat nalezen in het prachtige boek van Jan Peeters “Kasteleinskinger Vertelle”.

Bronnen: Gemeentearchief Venlo, Delpher krantenarchieven, Internetsite Open Archieven, Jan Coopmans, Wim Hoezen, Wim Stevens en Arno Wilmsen.

Reageren? wimvandiepen@home.nl of 077-4751987

 

Begunstigers

Technologiesponsor