Verkeersregels anno 1739

door Wim Hoezen

Op 22 september 1739 staat voor de schepenbank Beesel en Belfeld, de klacht van de landscholtis tegen Willem Trines op de rol.

De uitvoerig omschreven aanklacht begint als volgt: dat den heere raedt ende momboir van den Ed. hove van Venlo [raadsheer van het Hof van Gelder] in de leste gepasseerde vacantie comende met eene votuijre om te vaeren naer Venlo, ende den geden [de gedaagde, Willem Trines] comende mit sijne karre gevaeren uijt de stadt Venlo, den selven soo temerair is geweest van niet te willen wijcken voor sulck daenighen aensienelijcken persoone, als is eenen heere Raedt ende Momboir denwelcken in publijcke commissie van het hoff van Venlo was vuijtgevaeren, oock soodaenigh dat den geden moetwilligher wijse onderstaen heeft tegens de votuijre van wel gemelten heere Raedt ende Momboir parforst in te vaeren, waer door het gebeurt is dat de voituijren tegens malkanderen gespannen sijnde, den bode Castel [Johan Castel, de bode van het Hof van Gelder] voor op sittende een gat in sijn been heeft becommen ende in perikel is gewest van beijde sijne beenen te breecken in dijen den gedens voituijre noch verders hadde geavanceert.

Waar het voorval zich heeft afgespeeld blijft in het midden, evenals de naam van de heere Raedt ende Momboir. Wél volgt de hier geldende verkeersregel: rechtens is ende een gemeijn gebruijck dat imandt comende vaeren vuijt eene stadt gehouden is te wijcken aen den geenen die naer eene stadt comt vaeren. Hier valt wellicht nog een regel aan toe te voegen: en wijk zeker voor hoge(re) functionarissen!

Willem Trines (hij is van Beesel, al staat dat nergens) kwam leedigh uit de stad. Het was zijn plicht te wijken voor de geladene voituijre ende het perdt moede getrocken sijnde.

Heere Raedt ende momboir vraagt dan ook satisfactie over den affrondt die hij door dese feijtelijckheijt van den geden hadden geleden.

Het oordeel van de scholtis luidt dat Willem naar Venlo moet gaan om vergiffenis te vragen van sijne begane feitelijckheijt en disrespect, ende sulx mit soodanighe submissie ende respect als sulx behoort met verclaeren hem leijdt te weesen de faute bij hem begaen. Tevens wordt hem een boete van 1 goltgulden opgelegd.

Omdat een vervolg ontbreekt, mag aangenomen worden dat Willem zijn straf geaccepteerd heeft.

Bron: Schepenbank Beesel en Belfeld inv.nr. 20.
reageren?: Wim Hoezen WTJHoezen@ziggo.nl

 

Begunstigers

Technologiesponsor